Halverwege

Ik maakte een wandeling door Baroccas, de wijk die grenst aan de marinehaven. De nijverheid is er al enige tijd vertrokken, waarschijnlijk omdat de scheepsbouw er ook vertrokken is. Hele straten zijn dichtgemetseld. Afgebrande huizen wisselen af met kraakpanden. Daklozen hebben hutten gebouwd van pallets, bouwplaten, matrassen en stoelen. Een zigeunerin kookt op een petroleumstel midden op straat en sjouwt ondertussen kapotte dingen heen en weer die vast ergens nog waarde hebben. Overal streetart. Hoe mooi ook, toch een signaal dat de boel staat te verkruimelen, een teken van verwaarlozing.

Lees verder

Hond

Waar en wanneer het was weet ik niet meer, maar het maakte wel indruk. Het roedel zwerfhonden op het strand. Er hinkte er een achteraan. Een van zijn achterpoten had een extra gewricht, een breuk die nooit geheeld was. In 2017 reed ik naar Romeinse brug die ergens op het platteland nog steeds overeind stond. Midden in een dorp dat ik passeerde lag een dode hond, meermaals overreden. Niemand had de moeite genomen het beest op te ruimen. En een overreden hond, dat is een heel andere road pizza (niet op afbeeldingen zoeken, serieus) dan een duif.

Sines, 2019

Ik heb me ooit laten vertellen dat Portugezen allemaal bang voor honden zijn en dat er daarom zo veel zijn. Hier in de buurt in Almada loopt voor bijna ieder vrijstaand huis een hond. Als ik van de bus naar huis loop slaat bij elk huis een hond aan, totdat ze allemaal blaffen. Van kleine keffertjes tot halve of hele herders, ze mogen allemaal een beetje Cerberus spelen. Achter het huis hier heeft iemand een enorm uitslover, die urenlang staat te bassen. Tralies voor het raam en een hond als inbraakalarm en -beveiliging.

Ik ben geen held wat honden betreft. In 2015 passeerde ik in de lobby van een hotel een herdershond. Ik nam me voor me niet aan te stellen en in een boog om het beest heen te lopen, hij zat immers aan de riem bij zijn baas. Op het moment dat ik hem passeerde hapte hij en had hij mijn rechterhand tot aan de pols in zijn bek. Ja, ik had geluk dat hij niet doorbeet, maar dan had ik daar maar niet moeten lopen en waarschijnlijk lag het aan mijn karakter, want, en daar komt-ie: ‘Dat doet hij anders nooit.’

Ik vind een hond pas te verteren als hij zich als een kat gedraagt, niet blaft naar alles en iedereen en niet de hele tijd aandacht wil. De meeste zwerfhonden hier zijn erg op zichzelf en zolang je op afstand blijft negeren ze je. Maar bij een wandeling heb ik voor alle zekerheid toch altijd mijn zakmes bij me.

Eind deze week is het volle maan. Belooft wat met al die honden hier in de buurt.

Cinco

Ik ben opgegroeid in een dorp en volwassen geworden in een stad. (Ik gun het eigenlijk iedereen, ik denk dat je daar een beter mens van wordt.) En hoewel ik niet meer zou kunnen aarden in een dorp, ben ik wel altijd op zoek naar het dorpse. Ik woon in een wijk aan de oostkant van Utrecht, met een dorps karakter en tempo en als ik naar Portugal ga zoek ik ook die kalmte. En die krijg je. In Sines had ik jarenlang een vast restaurant. Als ik er na een interval van een paar jaar weer een maand was kon ik na een paar dagen altijd aan dezelfde tafel gaan zitten, ik hoefde niet te zeggen wat ik wilde drinken en het obligate bakje olijven bleef weg. Bij de pastelaria hoefde ik na de derde keer niet meer te zeggen dat ik vijf broodjes wilde, ze werden naast mijn eerste bica van de dag gelegd. Ik bestel altijd vijf broodjes, al sinds 1988. Drie voor mijn ontbijt, twee voor bij de lunch.

Die fase heb ik nu ook weer bereikt bij de pastelaria aan het eind van de straat. Bij mijn derde bezoek vroeg de eigenaar alleen maar ‘Cinco?’ Vandaag sloot ik achteraan in een lange rij en vanachter de toonbak zwaaide hij met vijf vingers. Ik knikte.

Misschien kan ik toch wel weer aarden in een dorp.