Inkt als bloed (6/6)

Macintosh, mijn levenslicht, mijn lentevuur. Mijn zonde, mijn ziel. Ma-cin-tosh. Ik doe niets meer zonder mijn Mac. Het is mijn muziek-, e-book- en fotobibliotheek. Ik bel, sms, tweet. Ik consumeer en ik produceer, ik lees nieuws, kijk films en ik schrijf.
Johan Polak, in de jaren 1970 mede-oprichter van uitgeverij Athenaeum, Polak & Van Gennep, zei ooit dat hij met jaloezie naar de nieuwe generatie schrijvers keek, omdat die verlost waren van het papier met doorhalingen, omdat er altijd een maagdelijke witte pagina voor hen stond, of een foutloze tekst. Jan Wolkers zaagde naar  verluid rollen behangpapier op A4-breedte, zodat hij niet om de dertig regels een nieuw vel in zijn typemachine hoefde te draaien, maar eindeloos kon doorrammen. Als in een tekstverwerker.
De techniek heeft alles gemakkelijker gemaakt, ook het schrijver en daar profiteert de schrijver alleen maar van. Of niet? Lees verder

Digitaal schrijven: Hutje op de hei (5/6)

De schaamte voorbij, ik ben het nog niet. Ik kijk met jaloezie naar mensen die moeiteloos hun MacBook openklappen in een café en daarna dromerig voor zich uit starend af en toe een woord intikken, of juist een uur lang woest schrijven. Het kijk-mij-nou-aspect is nog het minste wat me hindert. Het is de afleiding. Er zijn mensen die onder alle omstandigheden kunnen breien, knoopsgaten maken, koken, studeren, dichten of kinderen verwekken, maar de reactie daarop is in het algemeen niet voor niets: ‘Knap hoor.’
Afleiding is de satan. Er gaat niets boven een rustige plek – zonder gezeur aan je kop – om te schrijven. Als je alleen woont is dat een stuk eenvoudiger dan wanneer je het huis met iemand deelt. Er is altijd iemand die iets van je wil. En helemaal als er kinderen zijn. Als het al lukt is om afspraken te maken dat ze je niet storen, worden ze ziek of heeft hun school een studiedag. Lees verder

Digitaal schrijven: Tussen aambeeld, Apples en alfabet (4/6)

Alle ongelukkige schrijvers lijken op elkaar; elke gelukkige schrijver is gelukkig op zijn eigen wijze. Het cliché dat schrijven tien procent inspiratie is en negentig procent transpiratie klopt. Dat geldt trouwens ook voor stratenmaken en ijzersmeden: werk is werk. Hoe briljant je idee ook, zonder geduld, structuur, een ongestoorde werkomgeving en goed gereedschap kom je nergens. Niets kan zo gelukkig maken als goed gereedschap omdat het weg tussen idee en uitvoering vergemakkelijkt, of je nu wekelijks één column schrijft of een jaar monomaan acht uur per dag aan een roman werkt. Een monitor, een toetsenbord en een muis en/of trackpad zijn hamer en aambeeld voor de schrijver. Lees verder