Sjef Hendrikx, slager te Zundert

Ik ben er laatst nog een keer geweest. Er lagen vijf dode jongetjes op straat. Twee meisjes waren aan een regenpijp vastgebonden en werden gemarteld. Commando’s met camouflagestrepen op hun gezicht trokken door de voortuintjes. Ze richtten hun mitrailleurs op elkaar terwijl ze ‘rèttèttèttèt’ schreeuwden. Vroeger werd er niet gemarteld, maar toen deden er ook geen meisjes mee. Cowboys riepen ‘paupau’, ridders vielen onder de zwaardslagen van Ivanhoe en corrupte militairen kregen de Z van Zorro op hun buik geschreven. Ook toen wachtten de automobilisten ongeduldig tot de slachtoffers waren opgeruimd. Ook toen harkten de buurvrouwen hoofdschuddend hun tuintjes aan nadat de duels waren beslist. Er verandert nooit zoveel in de straat waarin je bent opgegroeid. Lees verder

Een lege stoel om op te zitten

Als ergens een scheur in zit lekt er iets weg. In het gezin Gommers was het de gastvrijheid. In heel Brabant is ‘Koffie?’ de standaardbegroeting, in de winter standaard gevolgd door ‘Borreltje erbij?’ Zo waren de melkboer en de bakker van het dorp aan de drank geraakt, maar daar hadden die van Gommers dus geen aandeel in. Als ze mensen wilden zien gingen ze wel op bezoek bij familie. Niemand deed nog moeite aan te bellen en daar waren ze aan gewend geraakt. Of beter, ze waren bezoek verleerd. In deze strenge winter waren overal in de buitengebieden en polder mensen onbereikbaar door de sneeuwstormen. Midden in het dorp was de familie Gommers al jaren ingesneeuwd. Lees verder

Opa’s tijdreiskast

De tijd doet zijn uiterste best alles uit te wissen. Er lag er al een grijze waas over de meubels alsof het vier jaar geleden was, in plaats van vier maanden, dat we het huis op de dag van de begrafenis afsloten. Een ragfijne vitrage over het verleden van mama, achttien weken eerder nog het heden.
Ik liep terug naar buiten om mijn zus te helpen met de verhuisdozen. ‘Twee?’
‘Ja Theo. En hier gaan de dingen in die we weggooien,’ zei Gabriëlle en gaf me een rol vuilniszakken aan. ‘Ik weet precies hoe je nu kijkt,’ zei ze de trap opliep, ‘maar wat we meenemen past in één doos. De rest is voor de opkopers.’
‘Interesseert het je misschien wat ik wil?’
‘Geen retorische vragen stellen, broertje. Aan de slag, ik heb niet alle tijd van de wereld en ik heb hier een vrije dag voor moeten opnemen.’
‘Broertje? Ik ben van hetzelfde geboortejaar als jij, Gabriëlle de tuttebel.’
‘Kom nou maar. We beginnen op zolder en werken dan naar beneden.’ Lees verder