Na het journaal op RTP 1 verviel het reguliere programma en was de hele avond gewijd aan José Mária Branco. Branco was een symbool van de Anjerrevolutie. Hij vluchtte in 1963 naar Frankrijk omdat zijn anti-fascistisch activisme niet op prijs werd gesteld. Hij produceerde daar in Parijs José Afonso wiens ‘Grandola vila morena’ het teken werd dat de revolutie op 25 april 1974 doorgang kon vinden.
Frederico draait zich om. ‘Altijd hetzelfde, als je doodgaat prijzen ze je de hemel in.’ Ik denk aan André Hazes, maar dat was geen protestzanger die het land ontvluchtte. Dus ik begin niet over hem, maar sla mijn tweede ginha achterover. Dit is een verloren avond.
Bij het afrekenen van mijn eten (vaste prijs van 8 euro, ongeacht wat ik voor, na of naast mijn eten bestel) hoort een van de andere twee vaste gasten dat ik uit Nederland kom. Hij is in Rotterdam geweest. Natuurlijk.
Het is een aardige kerel, daar niet van, met een bariton en vriendelijke uitstraling en goed haar. Op de derde Maasvlakte heeft hij de pijpleidingen mee ontworpen. Dat is een vak apart, begrijp ik. Lengtes, diameters, het is allemaal maatwerk. Hij woont in Lissabon, maar werkt overal ter wereld waar raffinaderijen zijn. En soms vaart hij mee op en naar Angola. Hij bestelt zijn tweede ginha en laat er een voor mij neerzetten.Frederico staat er een beetje verloren bij. Zijn Frans is beter dan mijn Portugees, maar hij spreekt geen woord Engels.
‘Nou je hier toch zit, ik zit met een mysterie waar ik iedere keer als ik in Sines ben geïntrigeerd naar kijk. Waarom zitten er in die pijpleidingen altijd bochten?’ Ik laat hem een foto zien die ik vanmiddag gemaakt heb. Mijn theorie is dat die bochten wervelingen veroorzaken, zodat de leidingen niet verstoppen. Het is veel simpeler.
‘De temperatuur van de vloeistoffen verandert voortdurend. En overdag staat de zon erop. Als het één rechte pijp was dan krimpt die en zet die uit door de temperatuurverschillen en onherroepelijk scheuren of breken. Door die bochten is het net een harmonica.’
Zijn Engels is beter dan mijn Portugees, maar het blijft af en toe gokken wat hij bedoelt. De documentaire maakt het er niet gemakkelijker op, om over de volgende ronde ginha’s te zwijgen. Als hij zegt dat hij niet alleen met pijpleidingen bezig is, maar ook tekent, denk ik dat hij op zijn telefoon de blauwdrukken opzoekt van pijpleidingen die hij ontwerpt. Maar dan komt komen er afbeeldingen voorbij van apen en honden. En van gedeeltelijk onblote vrouwen. Technisch perfect.
‘Dat is mijn hond,’ zegt hij.
‘Is dat dan je vrouw?’ vraag ik. Hij sluit zijn telefoon weer af.
De overheid gaat 1,2 miljard euro investeren in een nieuwe terminal in Sines.
‘Wat vind je daar nou van,’ vraag ik.
‘Ik vind het veel geld voor een terminal,’ zegt hij.
‘Daar zal wel een hoop Europees geld in zitten,’ zeg ik.
‘Uiteindelijk is het de gewone burger die ervoor opdraait,’ zegt hij. ‘Er wordt al jaren zoveel geld in Portugal gepompt. Maar het verdwijnt grotendeels in de zakken van dezelfde personen. Van de rijken. En de regering zegt dat we moeten investeren in toerisme. Wij schieten daar niets mee op. Lissabon wordt ondertussen bijna onbetaalbaar.’
Ik moet denken aan de oud-uitgever van de lokale krant die ik begin deze week sprak. Die zei ook smalend dat het Europese geld naar prestigeprojecten ging, naar snelwegen en naar het vliegveld van Beja waar geen spoorwegen of snelwegen heengaan en dat in heel 2018 nog geen zesduizend passagiers verwerkte.
‘Dan kondigen ze zo’n project aan, omdat het goed is voor Europa. Maar is het goed voor Portugal, vraag ik me dan af. Ik denk dat Portugal er niets aan overhoudt. Het is iedere keer hetzelfde. De burger schiet er niets mee op. Maar de mensen zijn passief. Ik begrijp het niet. In Catalonië, Frankrijk, Hongkong, Chili, Peru, noem maar op komen de mensen in opstand. Hier niet.’
Mijn salaris ging begin dit jaar 100 euro netto omhoog, maar de vaste lasten stegen met 150 euro, zodat ik er netto 50 euro op achteruit ben gegaan. Ik parkeer het bij André Hazes, vergeleken met de doorsnee Portugees mag ik niet klagen. En ik zal ook niet in opstand komen, maar het eigen risico van mijn zorgverzekering verhogen en mijn tandartsverzekering versoberen. En vaker flossen.
In Portugal zijn ze de revolutie verleerd. Daar zal de dood van José Mário Branco wel niets aan veranderen.