Aan de eerstejaars die mijn fiets heeft gekocht,


Mag ik je allereerst feliciteren met de aankoop van je zwarte Gazelle herenfiets? Wat zul je betaald hebben? Een eurotientje misschien. Maar zelfs al heb je er twintig voor betaald, dan nog heb je een goede koop gedaan.
Zoals je ziet zitten er voor en achter nieuwe banden op. Niet zomaar nieuwe banden, maar anti-lekbanden, met een kevlarbrekerlaag. En dan ook nog nieuwe Vredenstein-binnenbanden en mooie glanzende velglinten. De kans dat je een lekke band rijdt is de eerste jaren heel klein. Het gelzadel is vrij van gebruikssporen. De trappers heb ik eind vorig jaar laten vervangen en recentelijk heb ik er een originele Gazelle-koplamp opgezet, die precies past bij het ouderwetse en statige karakter van deze fiets. De Chinese draaibel is de enige frivoliteit die ik me veroorloofde, maar in het drukke stadsverkeer van Utrecht geen overbodige luxe. Gebruik hem met beleid: voetgangers vatten bellen eerder op als agressie dan als een beleefde waarschuwing dat je hen niet omver wil rijden. Boodschappen meenemen is geen probleem door de stevige snelbinders en je jas zal nooit nat worden door de jasbeschermers die ik net had laten vernieuwen.

Waarschijnlijk heb je hem zonder sloten gekocht. Die zaten er wel op, voor tweehonderd gulden in totaal. Zo’n beugelslot dat, volgens een fietsenjunk die een boek over zijn vak schreef, onkraakbaar is en een dik zwart ringslot met een extra kabel eraan.
Maar ja. Ik had mijn fiets niet op slot gedaan noch vastgezet. Dat is inderdaad heel stom, maar als ik je vertel dat die fiets in mijn achtertuin stond, dan moet je deze achteloosheid wel kunnen begrijpen. En wat kan jou het immer schelen? Jij hebt nu immers een mooie fiets, met een stevige bagagedrager om ’s avonds een mooie meid naar huis te brengen. Daarom hoop ik dat je er wel goed gebruik van maakt. Dan is mijn verstoorde nachtrust nog ergens goed voor geweest. Want weet je, sinds de diefstal schrik ik telkens wakker als ik ’s nachts iets hoor. Komen ze voor mijn andere fiets? Of was die fiets maar de aanzet tot het grotere inbreekwerk?
Denk daar eens aan als je naar de kroeg fietst.

Nog één ding: wil je er wel een beetje voorzichtig mee zijn? Je zou niet zeggen dat mijn fiets al meer twintig jaar oud is, waarschijnlijk twee jaar ouder dan jij. Ik ben er dan ook altijd heel zuinig op geweest: altijd binnen gezet en regelmatig gesmeerd. Het lijkt me vreselijk dat mijn fiets eindigt als een geelgeverfd barrel met rammelende spatborden en loshangende lampen, met stickers van een jaarclub op de stang.

Want weet je, in 1993 heb ik die fiets van mijn vader geërfd. Ik hoef mijn ogen maar dicht te doen en ik zie die grote man op zijn statige Gazelle aan komen fietsen, zijn schouders een beetje opgetrokken en altijd erop bedacht zijn hand op te moeten steken voor een bekende, een buur, een klant.
Ik fietste niet, ik reed op de fiets van mijn vader.

Een amateurpsycholoog (je weet wel, zo’n langharige sukkel in een café die dromen verklaart en gelooft dat ziektes tussen de oren zitten) beweerde dat ik expres mijn fiets niet op slot had gezet. Ik wílde dat die fiets gestolen werd: een onderbewuste poging tot afscheid van mijn vader.
Maar wat je hebt gedaan is mijn vader uit mijn herinnering wegfietsen. Ik weet niet of ik je dat kan vergeven.

(Verschenen in Metro, maart of april 2002)