Digitaal schrijven: Tussen aambeeld, Apples en alfabet (4/6)

Alle ongelukkige schrijvers lijken op elkaar; elke gelukkige schrijver is gelukkig op zijn eigen wijze. Het cliché dat schrijven tien procent inspiratie is en negentig procent transpiratie klopt. Dat geldt trouwens ook voor stratenmaken en ijzersmeden: werk is werk. Hoe briljant je idee ook, zonder geduld, structuur, een ongestoorde werkomgeving en goed gereedschap kom je nergens. Niets kan zo gelukkig maken als goed gereedschap omdat het weg tussen idee en uitvoering vergemakkelijkt, of je nu wekelijks één column schrijft of een jaar monomaan acht uur per dag aan een roman werkt. Een monitor, een toetsenbord en een muis en/of trackpad zijn hamer en aambeeld voor de schrijver.
Met een iMac ben je al klaar, vooral met de iMac Retina 5K. Heb je een MacBook (Pro) (Air), dan ontkom je niet aan een externe monitor, dat is beter voor je werkhouding en je ogen. Het display van je MacBook kun je dan gebruiken voor oude versies, geopende mappen of je browser. Schermen met een pivotfunctie kun je verticaal zetten, als een uitvergrote A4. Ideaal in combinatie met een minimalistische tekstverwerker. Apple heeft ons helaas bedorven met retina schermen: andere lijken daarnaast bedekt met een laagje vaseline. Een 28” uhd-monitor (3840×2160) is inmiddels behoorlijk betaalbaar, voor rond de 400 euro heb je er een. Heb je maling aan resolutie of heb je een smalle beurs, dan is reactiesnelheid, backlight en beeldverversing belangrijker dan kleurechtheid. Koop daarom een scherm met DisplayPort of DVI, HDMI geeft vaak beeldverversing op een flakkerende 30 Hz.
Dagenlang alleen op toetsenbord en trackpad van een MacBook werken is vragen om rsi. Je móet een externe oplossing zoeken. De beeldschermtechniek is voorlopig nog bedraad, maar voor de rest moet je streven naar draadloosheid, elk draadje op je bureau is afleiding. Als je voor draadloos van Apple kiest, moet je het zonder delete-toets doen (fn-backspace is een lapmiddel, net als elke andere ‘modifier key’ waar Apple patent op lijkt te hebben) of je koopt een gebruikt, niet-zo-ideaal, batterijslurpend, eerste model draadloos Apple toetsenbord. Een goed alternatief zou de compacte Matias Laptop Pro kunnen zijn, maar dat is moeilijk te krijgen. Het heeft de bijzondere combinatie van mechanische toetsen én Bluetooth. Er is niets mis met de techniek van Apple, maar mocht je echt van ouderwets rammelen houden dan is het mechanische Das Keyboard misschien een optie, leuk als je nog op het fameuze Apple Extended Keyboard II hebt gewerkt.
Toetsenborden moet je speciaal voor Mac kopen, maar draadloze muizen zijn niet eenkennig en meestal werken ze prima zonder enige driver. De keuze in bluetooth is vreemd genoeg beperkt. Ik vond er op de Pricewatch van Tweakers 76, tegenover 508 muizen die werken met een usb-dongle. Daar heb je dus weinig aan met een 12” MacBook. Of een muis bevalt heeft met de grootte en vorm van je handen te maken. Het beste is uitproberen. Dat is jammer genoeg lastig in deze online tijden. Ik gebruik op mijn kantoortje de Apple Magic Mouse en thuis op mijn mini-werkplek op zolder de Apple Magic Trackpad. Ik ken ook mensen die een Wacom Bamboo met stylus als muis gebruiken. Ieder kiest zijn aambeeld.
Goed gereedschap hoeft niet per se van Apple te komen, maar het is wel belangrijk dat je het koopt. Als je met schele hoofdpijn, ontstoken persgewrichten en een vastzittend nek door het leven moet maak je niemand gelukkig. Een kunstenaar hoeft helemaal niet lijden.