In 1998 verscheen Move Your World, een blad dat onder jongeren begrip voor andere culturen moest brengen. Een overheidsproject dus, met discussieavonden in het hele land onder leiding van Marcel Verreck. Voor het tweede nummer schreef ik het volgende verhaal. Ik heb trouwens zo’n discussieavond bezocht. Goed bedoeld, allemaal, laat ik het daar op houden. Net zoals de actuele #jesuisrefugee-uitingen. Jezelf vergelijken met mensen die naar Europa zijn gedobberd, je moet maar durven. En helpen doet net niet.

637418
3ND-V34-T1-1
Vrancx, Sebastian
1573-1647.
“Pluenderung eines Dorfes”.
Ausschnitt.
Oel auf Holz, 75 x 107 cm.
R.F. 1182
Paris, Musee du Louvre.
Foto: akg-images / Erich Lessing
INTERNATIONALE TEGENWERKING
Ik ben het product van eeuwen van internationale samenwerking. En tegenwerking. Het begon met de Tachtigjarige Oorlog. Toen de Hertog van Alva naar de Nederlanden kwam om er een beetje fatsoen en respect voor de Spaanse koning in te rammelen, bracht hij een groot leger met zich mee.
In die tijd kon je in het leger ook al een carrière maken, maar fatsoenlijk volk trok het niet aan. Als je nergens anders voor deugde, ja. Schorem en schorremorrie was het, met beurzensnijders, klaplopers, armoedzaaiers en hoeren erbij. Rovend en moordend, plunderend en verkrachtend, slopend en platbrandend trokken de Spaanse huursoldaten over het platteland van de Zuidelijk Nederlanden.
Toen Spanje uiteindelijk verslagen werd bleef dit tuig hangen. In Spanje haalden ze opgelucht adem. In de eeuwen daarna mengde dit schuim van de maatschappij zich langzaam met de Zuid-Nederlandse bevolking. Dit waren mijn voorouders. Er zit namelijk ook in onze familie zo’n stoffige stamboomonderzoeker die dat heeft uitgezocht.
Zoals bijna elke Zuiderling heb ik Spaans bloed en als je naar de Spaanse geschiedenis kijkt, waarschijnlijk ook nog een pietsie Arabisch en Joods.
Ik hoef niet verder terug te gaan dan naar de vorige eeuw, of er komen voorouders uit België en Frankrijk bovendrijven.
Ik vind het wel prettig dat ik eenderde Nederlands ben, eenderde Belgisch en eenderde van alles wat. Ik hou namelijk van rondreizen en of ik nu in Rome, Antwerpen, Lissabon, Wenen of Nijmegen ben, ik val nooit op. Ik lijk op een plaatselijke bewoner en kan ongestoord van een stad genieten.
Dat ene nadeel neem ik dan op de koop toe: ik val zo weinig uit de toon dat boertjes van de Hongaarse Poesta kwaad op me worden omdat ze denken dat ik te beroerd ben om uit te leggen hoe de kaartjesautomaat van de metro in Boedapest werkt.