Het boek der rusteloosheid

Ik wilde naar het strand en ik pakte de bus die van het strand vandaan kwam. De metafoor van ergens heen willen en er alleen maar verder verwijderd van raken mag je er zelf bij bedenken. Welkom in mijn leven, zou ik er gemakzuchtig aan toe kunnen voegen.

Ik eindigde bij de veerpont naar Lissabon. Dus ja, waarom ook niet. Het is een overzichtelijk stukje lopen van de Cais de Sodré naar de Cais das Colunas, de trappen die in de Taag verdwijnen. Ze zijn het enige overblijfsel van het paleis dat de tsunami volgende op de aardbeving van 1 november 1755 wegvaagde. Er is nu een stadsstrand aangelegd. Het achterliggende plein, een van de grootste van Portugal is inmiddels grotendeels autovrij gemaakt. Het ligt natuurlijk bezaaid met strooisteppen.

Het hele stuk langs de Taag is terras geworden. In januari 2019 zag ik dat ook de doorgaande weg op zondag werd afgesloten. De zon uitzwaaien met een fles wijn in de hand. Mooi.

Nu was het het ene cocktailterras na het andere, karretjes met de beste piña colada ter wereld, loungestoelen, dj’s die deep house draaiden. Snel doorlopen dus.

Ik had geen idee wat ik eigenlijk moest doen, dus ik stapte in tram 28E, die naar Prazeres rijdt. Ik ken 28 alleen van de achtbaanrit door de Alfama, dus waarom niet de andere kant op? Daar was mijn dag al mee begonnen. Prazeres is een gehucht dat lang geleden opgeslokt is door Lissabon. Prazeres betekent zoiets als pleziertjes, dus het heeft iets ironisch dat het monumentale kerkhof daar nu bekendstaat als Cimetério dos Prazeres, kerkhof van de pleziertjes. Een bezoek aan het kerkhof lag al in de planning, maar het was al na vieren, dus ik besloot voor de poort terug te lopen naar het Casa Fernando Pessoa.

Zeg je Lissabon, dan zeg je Pessoa. Een beetje de Van Gogh onder de schrijvers, paar boeken gepubliceerd, vroeg gestorven aan levercirrose of alvleesklierontsteking, en pas na zijn dood kwam het de bulk van zijn werk beschikbaar. Een kist met dertigduizend pagina’s aan manuscripten, soms alleen maar losse bladen. Pessoa leefde voor de literatuur. Hij werkte als boekhouder voor verschillende bedrijven en besteedde elk vrij uurtje dat hij niet in de kroeg zat aan het schrijven. Hij heeft zelfs zijn verloving verbroken omdat een relatie hem van het schrijven afhield. Hij was ook een gespleten persoonlijkheid, met zijn werk verdeeld over een stuk of tachtig personages. Dat maakt het niet gemakkelijk hem te doorgronden. In de loop der tijd is uit die berg documenten uit de kist postuum een boek samengesteld, het Livro do desassossego. Het is nog steeds niet af, nog steeds kunnen de tekstbezorgers er verhalen aan toevoegen. In Nederland is het in de reeks Privé-domein verschenen bij De Arbeiderspers als Het boek der rusteloosheid. Ik heb het staan, maar net als de meeste Portugezen heb ik het niet gelezen.

Nog niet. Ik ben er wel een paar keer aan begonnen, maar misschien was het mijn tijd nog niet om het te waarderen. Ik ben vanaf mijn middelbare school verschillende keren aan Zonsopgangen boven zee van Jeroen Brouwers begonnen en ik kwam er steeds maar niet doorheen. Pas op mijn 34ste heb ik het in één ruk uitgelezen. Toe was ik er wel aan toe.

Het Casa Fernando Pessoa is gevestigd in het pand waar Pessoa in een appartement woonde van 1920 tot zijn dood in 1935. Het 40 vierkante meter grote appartement was al meerdere keren verbouwd, de originele indeling is op de vloer afgetekend. Een verdieping lager staat zijn privébibliotheek uitgestald. Een bescheiden eerbetoon op het eerste gezicht, maar ik geloof niet dat er in Nederland zoiets als dit bestaat voor een schrijver.

Tijdens die traag verglijdende uren stijgt er een algehele triestheid uit mijn ziel op naar mijn geest, het bittere besef dat alles zowel een gevoel in mij is, als iets buiten mij, waar ik geen vat op heb.

In mijn hart heerst een beklemde vredigheid en mijn kalmte bestaat uit berusting.

Dat alles gebeurt en niets van dat alles mij iets, alles is vreemd aan mijn lot, ja zelfs vreemd aan het noodlot zelf – onbewustheid, dom en zinloos gevloek wanneer het toeval tegenwerkt, echo’s van onbekende stemmen – gemengde salade van het leven.

En dit honderden pagina’s lang. Ik denk dat mijn tijd is gekomen om het te gaan lezen.