Cinco

Ik ben opgegroeid in een dorp en volwassen geworden in een stad. (Ik gun het eigenlijk iedereen, ik denk dat je daar een beter mens van wordt.) En hoewel ik niet meer zou kunnen aarden in een dorp, ben ik wel altijd op zoek naar het dorpse. Ik woon in een wijk aan de oostkant van Utrecht, met een dorps karakter en tempo en als ik naar Portugal ga zoek ik ook die kalmte. En die krijg je. In Sines had ik jarenlang een vast restaurant. Als ik er na een interval van een paar jaar weer een maand was kon ik na een paar dagen altijd aan dezelfde tafel gaan zitten, ik hoefde niet te zeggen wat ik wilde drinken en het obligate bakje olijven bleef weg. Bij de pastelaria hoefde ik na de derde keer niet meer te zeggen dat ik vijf broodjes wilde, ze werden naast mijn eerste bica van de dag gelegd. Ik bestel altijd vijf broodjes, al sinds 1988. Drie voor mijn ontbijt, twee voor bij de lunch.

Die fase heb ik nu ook weer bereikt bij de pastelaria aan het eind van de straat. Bij mijn derde bezoek vroeg de eigenaar alleen maar ‘Cinco?’ Vandaag sloot ik achteraan in een lange rij en vanachter de toonbak zwaaide hij met vijf vingers. Ik knikte.

Misschien kan ik toch wel weer aarden in een dorp.

Retour Nürtingen

Treinreis naar het verleden
(Panorama, mei 2005)

Vijfhonderdduizend Nederlanders werden tussen april 1943 en mei 1945 tewerkgesteld in nazi-Duitsland. In het eerste jaar werden werklozen geronseld en jonge jongens die de dienstplichtige leeftijd bereikten. Nadat ze twee jaar afzagen werden ze ook niet bepaald met open armen in Nederland ontvangen. Jack Nouws reisde 60 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog met zijn vader Sjef terug naar Nürtingen onder Stuttgart, voor een antwoord op een vraag die nooit gesteld was. Een postuum interview.

Jef Nouws, kort na de oorlog

Vader Nouws ging nooit op vakantie. Hij maakte met zijn familie een pelgrimsreis naar het Neckardal in de Schwäbische Alb, onder Stuttgart waar bijna alle plaatsnamen eindigen op ‘-ingen’. Een prachtig gebied met weidse dalen, appelboomgaarden, ruïnes en watervallen. Maar boven dit lieflijke landschap zweefde steeds een onheilspellende naam. Bluthardt.

Lees verder

Het Dopplereffect

In Zundert kon je tot ver in de jaren zeventig de Koude Oorlog hóren. De Starfighters die gestationeerd waren op luchtmachtbasis Gilze-Rijen namen wekelijks de geluidsbarrière, regelmatig voerden ze nachtvluchten uit. Elke zoveelste woensdag van de maand oefenden de NAVO-bondgenoten met scherpe munitie op de Kalmthoutse heide, net over de grens in België. Een donderslag bij heldere hemel, dat was voor mij meer dan een metafoor.
Door deze overdaad aan krijgsgeluiden leefden de inwoners van Zundert, voor wie de Tweede Wereldoorlog nog als gisteren was, met een morbide belangstelling voor rampspoed. Toen op vrijdagavond 10 juni 1977 de Starfighters minutenlang met brullende nabranders duikvluchten boven het dorp maakten, wísten we dat er iets ging gebeuren. De volgende ochtend intimideerden dezelfde straaljagers met donderend geweld Molukse terroristen een gekaapte trein uit. In Zundert werd in winkels en voortuintjes betekenisvol geknikt.

Ik denk dat de plaatselijke brandweer alleen maar een stil alarm invoerde om een eind te maken aan de krankzinnige stoet van auto’s, brommers en fietsen die als halvegaren met de brandweerwagens meereden — en die er soms nog als eerste waren ook.
En dan de ambulances… De weg die dwars door het dorp liep was in de negentiende eeuw in opdracht van Napoleon rechtgetrokken en verhard om Den Haag met Parijs te verbinden. Het was de meest voor de hand liggende route voor het internationale vrachtverkeer, tot 1971 tenminste. Een douanepost, wegrestaurants, hotels, transport- en expeditiebedrijven: het dorp kon niet zonder de weg. De zware ongelukken die aan de lopende band plaatsvonden waren een prijs die Zundert met tegenzin, maar gedwee, betaalde. Lees verder